Docent Hélène Beekhuizen over 30 jaar onderwijs vanuit hart en hoofd: "Hier ga ik nooit meer weg"
Hélène Beekhuizen – Leerlingcoördinator vwo-bovenbouw en docent maatschappijleer havo-bovenbouw, Leidsche Rijn College
Hélène had nooit gedacht dat ze het onderwijs in zou gaan. Liever wilde ze journalist worden. Toch leidde een omweg via geschiedenis, sociologie en de horeca haar uiteindelijk naar het klaslokaal – waar ze op haar 29e begon als docent. “Toen ik eenmaal stageliep, wist ik: dit is mijn plek.”
Inmiddels werkt Hélène dertig jaar in het onderwijs, waarvan het grootste deel op het Leidsche Rijn College. Als leerlingcoördinator voor de vwo-bovenbouw werkt ze samen met mentoren en houdt de vinger aan de pols bij het welzijn van leerlingen. Daarnaast geeft Hélène les in maatschappijleer aan havo 4 en 5. Het is een combinatie die haar scherp houdt: “Als docent zou ik te veel in de bubbel van één klas blijven. Nu sta ik met één been in de praktijk en met het andere in de hele school. Die afwisseling is waarom ik het zeker wel tot mijn 70e volhoud.”
Onderwijs: iets brengen en iets halen
Wat haar drijft? De relaties met leerlingen en ouders, het gevoel dat ze écht iets kan betekenen. “Ik zit in het onderwijs om iets te brengen en te halen. Soms hoor je pas 30 jaar later hoeveel impact je hebt gehad op een leerling. Dat raakt me. En tegelijkertijd leer ik zelf nog elke dag. Jongeren houden me scherp. Wat houdt hen bezig? Waar maken ze zich boos om? Waar vinden ze betekenis in?”
De school als mini-maatschappij
Voor Hélène is het LRC veel meer dan een werkplek: het is een plek waar de samenleving samenkomt. “Op school ontmoet ik elke dag mensen die anders zijn dan ik. Ik kom voortdurend buiten mijn bubbel. In mijn privéleven is dat veel minder vanzelfsprekend. Je vrienden, je familie – je eigen omgeving bestaat toch vaak op mensen die op je lijken. Mijn leerlingen, hun ouders, mijn collega’s: ze houden me verbonden met de wereld.”
Die ontmoetingen met leerlingen, ouders en docenten vindt Hélène een van de mooiste aspecten van haar werk. “Dat is de reden waarom ik, toen ik rond mijn 30e in het onderwijs terecht kwam, wist: hier ga ik nooit meer weg.”
Botsing en betekenis
Ze houdt van discussie, daagt uit, maar doet dat altijd met het doel om begrip te creëren. “Ik zie het als mijn taak om niet in mijn bubbel te blijven zitten, maar open te staan voor het gesprek, ook als het schuurt.” Dat komt terug in haar haar lessen én in gesprekken met leerlingen. “Dan vragen leerlingen: wat vindt u van de situatie in Gaza? En dan zeg ik: ik stond zondag nog bij de rode lijn, waar waren jullie dan? Ik zamel statiegeldblikjes in voor onderwijs in Gaza en jij gooit je blikje weg in de prullenbak.” Voor Hélène hoort dat erbij: het gesprek aangaan, ook als het schuurt of botst. “Dat vind ik zo mooi aan dit werk. Je kunt betekenisvol zijn, en tegelijk leer je zoveel. Ook over jezelf.”
Dienstbaar zijn in het warmste beroep
Voor Hélène is het onderwijs geen roeping, maar wel een baan waarin je heel dienstbaar moet zijn en goed moet opletten of je de leuke en de juiste dingen doet. “Het maatschappelijk belang van ons beroep, ik vind dat echt waanzinnig! Het is het warmste beroep dat er is.” De school als mini-maatschappij, waarin elke ontmoeting ertoe doet. Dertig jaar na haar eerste stagedag voelt het onderwijs nog altijd als de juiste plek en is Hélène precies waar ze wil zijn.